Gouwe Ouwe

Gado gado van Mieke

Uit de gouwe ouwe-knipselmap van culinair schrijfster Mieke van Laarhoven komt deze versie van de Indonesische gado gado. Een heerlijke klassieker uit de Javaanse keuken van gekookte groenten met warme pindasaus; eigenlijk een soort groentesalade. Geschikt voor de lunch, maar met witte rijst erbij heb je in een handomdraai een zonnige Oosterse maaltijd op tafel staan.

Ik zal een jaar of 12, 13 geweest zijn, dat ik een recept van gado gado in de Libelle zag staan. Mijn moeder was op dit vrouwenmagazine geabonneerd. Omdat wij nooit verder kwamen dan zondagse babi pangang van de dorps-chinees, leek mij dit een heel lekker gerecht. Met name de pindasaus trok de aandacht. Ik vroeg mijn moeder of ik de gado gado mocht maken en dat vond zij een prima plan. Ik kreeg een tientje (toen nog guldens) in de hand gedrukt om boodschappen te doen en daar ging ik. Naar de VéGé (Verkoop Gemeenschap) bij ons om de hoek. In die tijd een van de vier grote ‘vrijwillige filiaalbedrijven’, samen met de Spar, de Centra en de ViVo.

Eerst lezen, dan handelen

Eenmaal thuis ging ik ijverig aan de slag, maakte de sperzieboontjes en bloemkool schoon, schilde de aardappels, sneed de witte kool en maakte de pindasaus. Alles ging goed. Tot we aan tafel gingen. Het recept bleek voor 2 personen en bij ons thuis moesten er vijf monden gevuld worden. Wat een sufferd was ik! De dorps-chinees vulde het maaltje aan met – je begrijpt het al – babi pangang. Overigens een les die me altijd is bijgebleven: éérst goed lezen, en dan handelen. Voor de duidelijkheid: dit recept is voor vier personen. Dat je het weet. Selamat makan oftewel: eet smakelijk!

Welke wijn bij Gado Gado met pindasaus?

Deze groentesalade is een niet te zwaar gerecht. De pindasaus is smeuïg en licht pittig. Kies hier voor een stevige rosé zoals bijvoorbeeld een Tavel of een kruidige rosé uit Navarra. Verfrissend met voldoende body om wat tegenwicht te bieden aan de smaakvolle pindasaus.

 

Gado gado

4 personen35 minuten

Ingrediënten

  • satésaus
  • 1 sjalot
  • 1 teen knoflook
  • 1 eetlepel olie
  • 6 eetlepels pindakaas (150 gram)
  • 2 dl kokosmelk
  • 2 eetlepel ketjap manis
  • Sambal oelek naar smaak
  • groente
  • 4 eieren
  • 300 gram vastkokende aardappels
  • zout
  • 200 gram sperziebonen (of haricots verts0
  • 300 gram bloemkoolroosjes
  • 300 gram gesneden witte kool
  • 100 gram taugé
  • ½ komkommer, in plakjes
  • ½ zakje worteljulienne
  • kroepoek

Stap 1

Pel en snipper de sjalot en de knoflook heel fijn. Verhit de olie en fruit de sjalot en de knoflook ca. 1 minuut. Voeg de pindakaas en de kokosmelk toe en breng al roerend aan de kook. Laat heel even sudderen en voeg wat water toe als de saus te dik is. Breng op smaak met ketjap manis en sambal oelek.

Stap 2

Kook de eieren in ca. 10 minuten hard, laat ze afkoelen, pel en halveer ze. Schil intussen de aardappels, kook ze in weinig water met zout in ca. 15 minuten beetgaar. Laat afkoelen en snijd in dikke plakken. Maak de sperziebonen schoon en snijd ze in stukjes van 3 cm. Kook de sperziebonen, bloemkool en witte kool afzonderlijk beetgaar in water met zout. Doe ze in een vergiet, spoel ze af met koud water en laat ze uitlekken.

Stap 3

Breng intussen opnieuw water aan de kook, voeg de taugé toe en laat van het vuur af 10 seconden staan. Giet af. Was de komkommer en snijd in plakken.

Stap 4

Schik alle groenten op een mooie schaal. Schep de warme pindasaus erover. Garneer met komkommer, worteljulienne en ei en bestrooi met grof verkruimelde kroepoek. Lekker met gekookte rijst.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *