Gebruik een grote pan of wok. Verhit hierin 25 gram boter en olijfolie. Bak de aardappeltjes ca. 3 minuten totdat ze net bruin beginnen te worden. Schep nu de hutspotgroenten erdoor en roerbak nog 5 minuten op hoger vuur. Zet het vuur lager en laat nog 5 – 8 minuten garen terwijl je af en toe roert. Breng op smaak met zout en peper.

Dep intussen de vis droog. Strooi 30 gram bloem in een diep bord  en haal de visfilets daarna door de bloem. Klop overtollig bloem eraf en bestrooi aan beide zijden met zout en peper.

Verwarm 50 gram boter in een koekenpan met anti-aanbaklaag. Schenk er nog een scheutje olijfolie bij en bak de vis rondom bruine en licht krokant. De visfilets hebben ongeveer 3 tot 4 minuten per kant nodig. Haal de filets uit de pan en houdt ze warm op een bord met aluminiumfolie.

Smelt in dezelfde pan nog 20 gram boter op laag vuur. Roer 20 gram bloem erdoor, blijf een minuutje roeren terwijl je dit ‘bakt’. Klop daarna rustig met een garde de melk erdoor en blijf roeren totdat je een klontvrije saus hebt. Je zult zien dat deze snel indikt, zet het vuur uit als je de saus dik genoeg vindt. Roer daarna de mosterd erdoor. Proef de saus en breng op smaak met zout en peper.

Schep een bergje hutspotgroente op de borden. Leg de gebakken visfilet erop. Zet de mosterdsaus op tafel zodat iedereen deze naar eigen smaak kan pakken.