Teken op bakpapier 8 rondjes van 7 cm Ø met behulp van de kookring. Draai het vel om.

Doe ¾ deel van de witte chocolade in een hittebestendige kom (of pan) en zet op een (andere) pan met een laagje kokend water. De bodem van de kom mag het water niet raken. Laat de witte chocolade smelten. Neem de kom van de pan en voeg de rest van de witte chocolade toe. Roer tot alles is gesmolten. Zet de kom terug op de pan met het warme water, maar houd het vuur uit. (Zo blijft de chocolade enigszins ‘vloeibaar’.)

Bestrijk de 8 rondjes zo dun mogelijk met gesmolten chocolade en bestrooi

met de helft van de chocoladebolletjes (of een van de andere genoemde alternatieven). Laat helemaal afkoelen en leg in de koelkast om te laten opstijven.

Laat de ijssoorten in de koelkast iets zachter worden. Maak intussen 4 stroken bakpapier van 6 cm hoog. Vet de kookringen licht in met boter en bekleed de kookringen met het bakpapier, zodat het boven de ring uitkomt. Zet de kookringen in een met bakpapier beklede schaal die in de vriezer past.

Leg telkens een rondje chocolade in de kookringen en verdeel 1 eetlepel van het straciatella-ijs erover. Bestrooi, met behulp van een zeefje, een snufje kaneel erover.

Verdeel 1 eetlepel van het chocolade-ijs erover. Dek af met een chocoladerondje.

Herhaal deze laagjes nogmaals (bovenste laag is chocolade-ijs). Laat de taartjes in de vriezer in ± 4 uur, maar liever een hele nacht weer bevriezen.

Neem uit de vriezer, verwijder het bakpapier en zet elk ijstaartje op een bord. Versier met de resterende chocoladebolletjes, chocolade-macarons en garneer met wat goudspray.

TIP Je kunt de ijstaart een paar dagen eerder maken. Bewaar in de vriezer.

Garneer 15 min. voor serveren.