Vul een grote (mossel)pan of de wasbak met ruim water en spoel de mosselen hierin. Giet af, laat er schoon water in lopen en spoel de mosselen nog 2 keer opnieuw. Gooi schelpen die boven komen drijven weg, die kunnen slecht zijn. Gooi ook schelen met barsten erin weg. Schelpen die open staan, controleren door ze ‘wakker’ te tikken. Als de schelp zich sluit is de mossel nog levend.

Verhit de olijfolie in de braadpan op hoog vuur. Roer de kerriepoeder erdoor. Leg de mosselen in de pan giet de witte wijn erover. Zet het deksel op de pan. Zet het vuur hoog en kook de mosselen op hoog vuur.

Check na enkel minuten of het vocht is opgekookt en schud dan de mosselen op. Doe het deksel terug op de pan en kook de mosselen nogmaals op (het vocht komt dan nogmaals over de mosselen).

Haal de mosselen met een schuimspaan uit de pan en zet opzij. Zeef het mosselvocht en meet 200 ml af. Doe dit terug in de braadpan. Roer de kippenfond erdoor en breng aan de kook. Leg de kipfilets erin en pocheer (heel zachtjes koken zodat de vloeistof net aan borrelt) de kipfilet ca. 10 minuten op laag vuur tot ze gaar zijn. (Controleer de gaarheid door de filets even te halveren, want je snijdt ze later toch in plakjes.)

Haal intussen de mosselen uit de schelpen.

Haal de kipfilets uit de bouillon en houd ze warm in aluminiumfolie. (Eventueel de achtergebleven bouillon opnieuw zeven als er nog stukjes kip achterblijven).

Breng de bouillon opnieuw aan de kook en laat in ca. 10 minuten inkoken tot de helft. Roer de slagroom erdoor en warm even mee. Voeg de veldsla en zeekraal toe en laat ca. 1 minuut meewarmen. Ze moeten groen blijven.

(Kook intussen de tagliatelle.) Snijd intussen de kipfilet in dunne plakken en leg dakpansgewijs op een grote schaal (of verdeel over vier warme borden. Giet de roomsaus erover. Verdeel de zeekraal, lamsoor en mosselen erover. Garneer met bosui en versgemalen peper.

Lekker met tagliatelle (lintmacaroni) en een groene salade met kerstomaat en avocado.