Verwarm de oven voor op 200 °C. Haal de folie van de bevroren bladerdeegplakken. Snijd één reep van 3 cm van de plakjes, zowel aan de korte als lange zijde, zodat je opnieuw een vierkantje hebt. (Afsnijdels worden niet gebruikt!)

Halveer de vierkantjes zodat 2 rechthoeken ontstaan. Leg ze op een met bakpapier beklede bakplaat en dek af met bakpapier. Wacht ca. 5 minuten tot de plakjes ontdooid zijn. Zet de metalen braadslede erop, zodat het gewicht op het bladerdeeg drukt. Schuif de bakplaat in het midden van de oven. Bak de plakjes in ca. 15 tot 20 minuten goudbruin en gaar, maar keer de plakjes na 10 minuten om. Haal uit de oven en laat de plakjes in ca. 10 minuten afkoelen tot kamertemperatuur.

Doe in een hoge mengkom: mascarpone, crème fraîche, sinaasappelrasp, citroensap. Meng met een hout lepel tot een romige massa. Breng op smaak met selderijzout en peper. Vul de spuitzak met de roommassa en leg tot gebruik in de koelkast.

Snijd van de zalm vier rechthoekjes, strak op maat ter grootte van de bladerdeegplakjes. Besmeer de helft van de plakjes met mierikswortel en leg er vervolgens een plakje zalm op. Spuit op de andere bladerdeegplakjes toefjes room. Dek af met de met zalm belegde plakjes. Serveer direct.