Verhit een grote hapjespan met zware bodem op vrij hoog vuur. Bestrooi de eendenbouten met zeezoutvlokken en peper. Leg ze met het vel naar beneden in de pan en braad ze ca. 10 minuten, draai halverwege om. Leg ze op een bord.

Giet het merendeel van het vet uit de pan en laat circa 2 theelepels achter. Voeg de olijfolie toe en bak prei, knoflook, wortel en bleekselderij 5 minuten op laag vuur. Voeg de tijm, rozemarijn, laurierblaadjes en het venkelzaad toe en bak alles nog 1 minuut. Leg de eend weer in de pan.

Schenk de verjus (of witte wijn) erbij, laat die 1 minuutje koken en voeg dan de rasp en het sap van de sinaasappel, kippenbouillon en een paar snufjes chilivlokken toe. Breng aan de kook, leg het deksel op de pan, draai het vuur laag en laat de eend 1 uur en 30 minuten zachtjes koken (keer de eend halverwege).

Haal het deksel eraf en laat de eend nog ca. 20 minuten op laag vuur koken. (De vloeistof houdt wel een bouillonachtige consistentie). Haal de eendenbouten eruit, trek het vlees van het bot en leg het terug in de pan, gooi het vel en de botten weg. Gooi de takjes tijm, en rozemarijn en de laurierblaadjes ook weg. Breng op smaak met zout peper. Tot zover kan de ragù voorbereid worden.

Verwarm de ragú van eend op middelhoog vuur. Af en toe doorroeren. Kook intussen de pasta volgens gebruiksaanwijzing beetgaar. Giet de pasta af. Verdeel de pasta over de borden en schep de eendenragout erop. Garneer met peterselie.

Serveer met een groene salade met basilicum en lente-ui.