Breng in een pan 1,5 liter water aan de kook. Laat de rijst uitlekken en spoel ze net zolang onder koud stromend water tot het water helder is. Voeg ze samen met ½ eetlepel zout toe aan het kokende water en laat alles 6 minuten koken tot de rijstkorrels twee keer zo lang lijken te zijn. Laat de rijst uitlekken in een vergiet.

Schenk 500 ml lamsbouillon (bewaar de rest) over de rijst en voeg ook de komijn en 1 theelepel kardemom toe. Meng alles door elkaar en maak een kuiltje in het midden van de rijst en leg het lamsvlees erin. Bedek het vlees met rijst en leg het deksel op de pan. Breng aan de kook. Zet het vuur laag en laat het geheel nog 15 minuten zachtjes koken.

Verhit de rest van de  olie in een koekenpan op hoog vuur en bak hierin de wortelreepjes 2-3 minuten tot ze iets zachter zijn. Haal ze met de schuimspaan uit de pan en doe ze in een kom. Voeg de rozijnen toe aan de olie en bak ze al omscheppend 2 minuten tot ze opzwellen. Haal ze met de schuimspaan uit de pan en voeg ze toe aan de wortelreepjes in de kom. Schep tot slot de noten, suiker en kardemom door het wortel rozijnenmengsel.

Verdeel de rijst en het lamsvlees met behulp van de schuimspaan over een grote schaal; maak er een beetje een berg van. Bedek alles rijkelijk met de topping en serveer. Geef de overgebleven bouillon er apart bij.

Lekker met een komkommersalade.