Schil de aardappelen en kook ze in 20 minuten gaar in weinig water met zout. Verhit de stroop 2 minuten in een pan met dikke bodem tot hij wat gaat karamelliseren. Schep de zuurkool erdoor. Voeg de wijn en bouillon toe en laat de zuurkool met deksel zachtjes sudderen.

Bak de spekblokjes in een droge koekenpan in 3 minuten krokant. Laat ze uitlekken op een stukje keukenpapier. Verhit 2 eetlepels boter in dezelfde koekenpan en bak de braadworsten in 12-15 minuten zachtjes gaar, keer ze regelmatig.

Giet de aardappelen af en stamp ze fijn. Roer er zoveel melk door tot je een smeuïge puree hebt. Roer er 1 eetlepel boter door. Giet de zuurkool af en meng hem samen met de spekblokjes door de puree. Breng op smaak met zout, peper en nootmuskaat. Leg de braadworsten op de stamppot en schenk 150 ml water bij het braadvet. Breng aan de kook en roer de aanbaksels los. Geef de jus bij de stamppot.