Zeef het amandelpoeder en de poedersuiker samen in een kom. Meng goed met een garde en zet even apart.

Giet het eiwit in de kom van je keukenmachine en start op lage stand om het los te kloppen. Als het eiwit lichtjes begint te schuimen, giet er dan in een keer de fijne suiker bij. Verhoog de stand van je mixer naar middelhoog en klop het eiwit op tot dit een mooi, stevig en glanzend schuim is. Dit duurt meestal ca. 8 minuten. Het eiwit moet echt superstevig zijn.

Giet er dan het gezeefde amandel-suikermengsel bij. Zet je keukenmachine weer op de laagste stand en laat dit eventjes losdraaien. Als de droge ingrediënten zijn opgenomen, mag je de stand verhogen en dit eventjes zo laten draaien tot je het mengsel ziet minderen in volume. Dit duurt echt niet lang, zo’n 20 seconden. Neem dan een rubberen spatel en schep nog tijdje door. (Deze techniek heeft macaroneren; het doorspatelen van de opgeklopte eiwitten door het amandelmengsel precies tot het juiste moment.) Je zult zien dat het mengsel mooi begint te glanzen. Spatel wat beslag op en laat het weer in de kom vallen. Als het in soepele linten naar beneden valt, dan is het beslag goed.

Vul de spuitzak met het beslag en spuit rondjes op het bakpapier met een doorsnede van 3,5 tot 4 cm (zie tip). Klop eens goed met de bakplaat op het werkvalk om alle luchtbellen te verwijderen en de macarons mooi glad te maken.

Schuif de bakplaat in de NIET VOORVERWARMDE oven. Zet de oven op 135 °C. Bak de macarons gedurende 20 minuten of tot ze niet meer wiebelen. Let op, iedere oven is anders! Misschien zul je temperatuur en baktijd moeten aanpassen aan je eigen oven.

Haal de macarons uit de oven als ze gebakken zijn. Verwijder ze direct van de bakplaat samen met het bakpapier. Laat ze goed afkoelen voordat je ze van het bakpapier haalt. Bewaar ze tot gebruik in een luchtdichte doos in de koelkast.