Doe alle ingrediënten voor de compote in een pan met zware bodem. Verhit op middelhoog vuur tot de suiker is opgelost. Draai het vuur laag en laat de compote ca. 20 minuten zachten pruttelen.

Doe de maïzena en 2 eetlepels water in een kopje. Roer tot een glad papje. Voeg het maizenapapje al roerende toe aan de kersen. Breng opnieuw aan de kook en laat de kersen binden tot een compote. Breng op smaak met kirschwasser. Laat afkoelen.

Verwarm de oven voor op 180 °C. Vet de springvorm in met boter.

Klop in een grote mengkom (of in een standmixer met garde) met een mixer de eieren en suiker tot een lichte, schuimige en dikke massa (ca. 12 minuten op maximale snelheid).

Zeef het bakmeel en de cacao en spatel ze voorzichtig door het eiermengsel. Pas op dat je de lucht er niet uit slaat.

Schenk het beslag in de springvorm. Bak de taart ca. 25 tot 30 minuten. Controleer of de taart gaar is door een satéprikker erin te steken. Komt de prikker er schoon uit, dan is de taart klaar. Haal uit de oven en laat volledig afkoelen.

(Om de slagroom goed stevig te houden, kun je eventueel ook wat slagroomversteviger tijdens het kloppen toevoegen.) Klop de slagroom en suiker tot een dikke massa. Schep de helft van de slagroom in een spuitzak en leg tot gebruik in de koelkast.

Snijd de afgekoelde taart doormidden. Verdeel 5 eetlepels kersencompote over de onderste cakelaag. Verdeel de overgebleven slagroom over de kersen. Leg de bovenste cakelaag erop. Spuit torentjes slagroom langs de rand en vul het midden met de overgebleven kersencompote.