Wijn proeven is mijn dagelijks werk. Dus ik sta er niet meer bij stil dat dit eigenlijk kennis is die overgedragen moet worden. Tot ik die vraag kreeg voorgeschoteld: ‘Waarom staat er op je site niets over hoe je precies wijn moet proeven?’ En waarom vind ik de ene wijn lekker, en de andere niet. Vanaf nu, met deze handige tips, weet je hoe het moet. In vijf stappen naar je persoonlijk proefresultaat.
Bij bewuster wijn proeven zet je je zintuigen aan het werk. Een voor een ga je met elk zintuig de wijn ‘proeven’ en beschrijven. Daarna kun je conclusies trekken. Het gaat als volgt:
Stap 1: KIJKEN
Houd je glas bij de steel vast, vervolgens houd je het een beetje schuin tegen een witte ondergrond. Zo kun je het best de kleur bepalen. Ook kun je zien of de wijn helder is. De tint van de wijn zegt iets over het druivenras, de concentratie en iets over de ouderdom van de wijn.
Ouderdom kun je als volgt vaststellen:
- -witte wijn: gaat van licht met groene nuances naar oud geel
- -rosé wijn: de kleur zegt niet zoveel over de ouderdom. Maar meer iets over afkomst (Spaanse wijn is dieper van kleur, dan rosé uit de Provence)
- -rode wijn: gaat van paarsrood (jong) naar roestbruin (oud)
Stap 2: RUIKEN
Vervolgens gaan we de neus gebruiken. Ruik eerst aan de wijn zonder dat de wijn nog in beweging is geweest. Daarna ga je de wijn ‘walsen’ door het glas, oftewel laat de wijn rondjes draaien in het glas. Hierdoor komt er zuurstof bij de wijn waardoor er aroma’s loskomen.
Nu steek je je neus in het glas en neem je een diepe snuif. Probeer die aroma’s die je nu ruikt voor jezelf te benoemen. Uiteraard zijn er bekende termen te gebruiken zoals bloemig, kruidig, aards, boterbabbelaar, caramel, fruitaroma’s als peer, appel, abrikoos of rood fruit, bessen en bramen. Maar ook zogenaamde tertiaire (meer dierlijke) aroma’s kunnen omhoog komen als de wijn geouderd is. Dan ontdek je dingen als paddenstoelen, stal, mest.
Stap 3: PROEVEN
Hierna kun je gaan proeven. Neem een slok die net iets groter is dan normaal. Slik niet meteen door, maar laat de wijn door je hele mond gaan en ontdek dan wat proeft, maar ook wat je voelt. Zuig wat lucht aan via je voortanden en laat die zuurstof nog eens door je wijn gaan in je mond. Zo komen ook de aroma’s via je mond naar je neus.
Probeer nu opnieuw je ontdekkingen cq ervaring te benoemen. Is de wijn zuur, zoet of proef je ook bitters. Voelt de wijn rond aan, of is hij stroef (tannine) en/of strak in de mond. Voelt de wijn branderig aan in de mond, dan duidt dit op een hoog alcohol.
Bouw je voor jezelf een soort ‘proefbibliotheek’ op
Stap 4: SPUGEN EN/OF DOORSLIKKEN
Ben je uitgeproefd, dan beslis je of je de wijn wilt uitspugen of slikken. Als je doorslikt, let dan op het gevoel dat de wijn geeft in je keel. Ontdek ook hoe lang de smaak in je mond blijft (lang of kort). Dat kan variëren van een paar seconden tot een paar minuten. En dat zegt iets over de kwaliteit.
Stap 5: CONCLUSIE
Nu kun je al je bevindingen bij elkaar vegen. Wat vind je nu? Passen de smaken bij wat je hebt geroken. Het gaat om het totaalplaatje. Is er balans? Probeer ook iets persoonlijks er aan toe te voegen, waardoor je de wijn een volgende keer misschien kunt herkennen.
Door bewust te proeven, en ook je bevindingen te noteren, bouw je voor jezelf een soort ‘proefbibliotheek’ op. Hoe beter je je eigen archief opbouwt, hoe beter je wijn (op een ander moment) kunt herkennen.
Lees ook:
- Wijn bewaren: zo doe je dat!
- Wat je altijd al wilde weten over Champagne
- Zo wordt wijn kiezen een peulenschil
Geef een reactie